Tijdens het eten hecht zich een dun laagje tandplak op het gebit. Bacterien in de tandplak zetten koolhydraten en suikers om in zuur dat schadelijk is voor het gebit. Gaatjes ontstaan doordat de glazuurlaag op de tanden en kiezen wordt aangetast door vrijgekomen zuur.
Gaatjes in het glazuur veroorzaken in de meeste gevallen geen pijn en zijn hierdoor lastig op te merken. Wanneer het gaatje zich uitbreid tot het dieper gelegen tandbeen, wat een stuk zachter en minder sterk is als het glazuur, kan dit leiden tot slechte adem, pijn en uiteindelijk zelfs tot het wegrotten van de tand.
Gaatjes die nog niet door het glazuur zijn gebroken zijn lastig te herkennen omdat deze niet altijd voelbaar of zichtbaar zijn. Beginnende gaatjes kunnen ook ontstaan op moeilijk bereikbare of moeilijk zichtbare plekken. De mondhygienist zal tijdens de halfjaarlijse controle het gebit grondig op gaatjes controleren en heeft hiervoor verschillende middelen tot zijn beschikking. Zo zijn gaatjes zichtbaar op röntgenfoto’s en kan er gebruik worden gemaakt van een speciaal doorschijnend licht.
De mondhygienist zal eerst het instabiele tandweefsel verwijderen en grondig schoonmaken. Met een speciale kleurstof ziet de mondhygienist of er nog bacterien in de tand of kies zijn achtergebleven. Het gaatje word vervolgens gedicht met een amalgaan- of composietvulling zodat u weer volop kunt genieten van een gezond gebit en sterke tanden.
